20021207, Johan van der Veen
    Archief
        Archief 2002
            Archief december 2002

Johan van der Veen (21) uit Wergea is de jongen met de zijige glimlach van Twarres. Hij reist momenteel met Mirjam Timmer - zijn eerste stem, zijn dorpsgenoot, zijn hartsvriendin - Nederland en Belgie door om hun nieuwe 'CD2* te promoten. De hoogste tijd om de zanger eens alleen aan het woord te laten, want hij is veel doortastender dan zijn vrolijke ongedurigheid doet vermoeden. Over sombere liedjes, zijn ex-vriend, de kinderwens, lekker winkelen met mem, en die te kleine zwembroek.

Door Eva Vriend Foto Niels Westra

Giebelend voorwaarts

Giebelend voorwaarts

Mirjam zoekt Johan. Ze belt naar het hoofdkwartier van : Twarres aan de Fricoweg, aan de rand van Wergea, waar Johan al zou moeten zijn voor het interview. ,,Je hebt zijn mobiele nummer toch wel", zegt haar moeder Lotty verbaasd. Maar dat staat in het geheugen van haar mobiel en die is leeg. ,,Heb je geen oplader?", verzucht mam. Als Johan van der Veen even later binnenstormt, is het wel 't eerste wat Lotty zegt: ,,Mirjam siket dy." Hij verontschuldigt zich: ,,Ik moat earst eefkes belje." Mirjam gaat altijd voor.

Interview

Ze wil even kletsen. Hij is gisteren naar het artiestengala Night of the Proms geweest in Ahoy in Rotterdam, en zij was niet mee. Maar nu wil ze natuurlijk even weten hoe het was. Hij praat haar bij en besluit met: ,,Ik kom zo nog wel even langs."

,,Wy hienen in twaling wêze kind", vindt Johan van der Veen zelf ook. Op zijn vijfde werd hij haar buurjongetje, toen hij met zijn ouders en twee broers van Dokkum naar Wergea verhuisde. Sindsdien zijn ze, zoals dat heet, onafscheidelijk.

Het begon met 'Op een onbewoond eiland' in een schoolmusical. Het vervolg van het succesverhaal is bekend. En dat is allemaal heel tof hoor, maar zelf vindt Johan de vriendschap belangrijker. De muzikale chemie zal ooit wel eens uitgewerkt raken, vrienden blijven ze altijd. Rozen verwelken en schepen vergaan, zo'n verhaal.

Ja, hij zegt tegen haar dat hij van haar houdt. Heel vaak zelfs. Voordat ze het podium opstappen, fluistert hij het in haar oor. Of vlak na een optreden, pakt hij haar eens goed vast. Vanzelfsprekend, vindt Johan. Zo gaan ze gewoon met elkaar om.

,,Rûzje? Nee noait, hast noait. Stom hè?"

Mirjam schrijft de meeste nummers. Bij cd-producties staat ze met haar neus overal bovenop. Zij is het creatieve brein van Twarres. ,,Ik sjong", zegt Johan. Lachend: ,,En ik spylje tamboeryn."

Zelf kan hij geen liedjes maken. Het zit niet in hem. Hij heeft het wel eens geprobeerd. Maar toen hij de tekst een week later teruglas, vond hij het zo'n flauwekul. Als iets hem niet zint, zal hij het echt niet zingen hoor. Maar dat is nog nooit gebeurd. Het is gewoon ,,Mirjams ding".

Maar goed, dit interview zou nu eens niet alleen maar over Mirjam gaan. Een keer eerder is Johan in zijn eentje geinterviewd. Door het homojongerenblad Expreszo. Dat hij homo is, vindt hij zelf eigenlijk niet zo interessant. De een doet het met mannen, de ander met vrouwen, tja.

Als puber deed 'ie er minder relaxed over. Zo op zijn veertiende begon hij zich toch stilletjes aan af te vragen hoe dat nou bij hem zat. ,,Ik tocht by mysels: ach nee, it komt wol goed, it is net sa. Mar eins wist ik it wol."

Tijdens het allereerste radiointerview van Twarres ontlokte een bijdehante dj hem een bekentenis. Die vroeg het op de man af en toen wilde Johan niet ontkennen, want dan zou hij liegen. ,,Ik weet het eigenlijk niet", heeft hij toen maar gezegd. Zijn ouders zaten thuis trots te luisteren, en wisten nog van niets. ,,Dat wie hiel naar. Foar my wie it doe noch hiel wat gruts."

's Avonds thuis heeft hij het er meteen met heit en mem over gehad. Het was geen heftig gesprek. Zijn homoseksualiteit kwam niet als een verrassing voor ze. ,,Sy hienen al murken dat ik oars wie as myn hroers."

Met Mirjam had hij het al lang en breed besproken. Natuurlijk, domme vraag, die weet alles als eerste. ,,Ik koe der mei har hiel goed oer prate. It is dochs in soarte fan stap dy'st sette moatst en dy wie nei Mirjam ta folle lytser. It bliuwe dyn âlden. Ik wist dat ik net bang hoechde te wêzen, mar dochs."

In Friesland is homoseksualiteit minder geaccepteerd, merkt Johan. In Amsterdam laat iedereen hem met rust, los van die paar puberende fans. In Leeuwarden roepen ze hem op straat wel eens na: ,,Vuile homo!" Dan denkt hij: ,,Krijst dat wer." Zucht. Laat maar. Hij is vooral heel blij dat hij geen hetero is. Waarom weet hij eigenlijk niet. ,,Gek hè. Ik kin it my gewoan net oars foarstelle."

Johan van der Veen: "As it mei Twarres ophâldt, soe ik it allerleaftse in musical dwaan"

Wat hij heel erg jammer vindt, is dat het voor homo's minder vanzelfsprekend is om kinderen te krijgen. ,,Wa wit wat der allegear oer tsiin jier kin", peinst hij, om dan giechelend te vervolgen: ,,Miskien kinne manIju dan ek wol yn ferwachting reitsje." In het dorp hebben twee homo's samen met een vrouw een kind gekregen. Dat kind heeft dus twee vaders en een moeder. Wel wat raar, maar goed dat het kan, vindt Johan.

Kinderen krijgen is een hartenwens. ,,Ik bin der gek op. Ik fyn bern hearlik. Ik bin der altyd al mei dwaande west." Als elfjarige paste hij in zijn eentje op het kroost van zijn tante. Inclusief poepluiers verschonen. Hij heeft een nichtje, en onlangs is er een neefje bijgekomen. Geroerd: ,,Sa leaf, sa lyts." Trots vertelt hij dat ze erg lijken op hem als kind. Met van die wit-blonde haartjes.

Johan is een echte familieman. Hij doet echt bijna alles met zijn familie. Daarom blijft hij ook in Wergea wonen. De liefde voor het zingen is in de geborgenheid van het gezin ontloken. ,,Wy songen altyd mei syn alien. By it ôfwaskjen en sa." Mem kende net genoeg akkoorden op de gitaar voor de begeleiding. Maar het ontsteeg toch nooit 'Mijn cowboy reed over de prairie'. ,,It wie gewoan ge-

sellich."

De liedjes van Twarres zijn minder knus. Sombere teksten en veel violen. Niet echt voor tijdens de afwas. Omdat ze zo symbiotisch zijn voelt Johan ook echt met Mirjam mee als hij haar nummers zingt over zelfmoord, afscheid en mislukte liefdes. ,,Muzyk is gefoel", zegt hij, voor het eerst in het ge-sprek echt ernstig. ,,Heftige gebeurtenissen foarmje dy. Dêrtroch giest oars oer dingen neitinken, better."

Natuurlijk heeft ook hij zijn eigen gevoelens bij de liedjes. 'Wêr bisto' gaat voor Mirjam over een schoolvriendinnetje dat plotseling verhuisde, voor Johan over zijn demente oma. Hun laatste hit 'I need to know' vraagt zich af of die ander nog wel eens aan je denkt, nu het voorbij is.

You 're still breathing in my mind/

You breath in and breath out/

You're still talking in my mind/

It's a simple question that you just don't answer. I need to know/

How do you do/

And do you miss me a lot/

I need an answer.

Johan is dan in gedachten bij zijn ex-vriend. Het is nog niet zo lang uit.

Anderhalf jaar duurde zijn relatie met de cameraman uit Hilversum. Het was zijn eerste echte verkering. ,,At it net mear giet, dan giet it net mear. Dan kinst better goeie freonen wêze. Ik wol no eefkes rêst."

Johan baalt wel eens van dat schattige imago dat Twarres aankleeft. Jong, melancholisch, en dan komen ze ook nog, hoe vertederend, van het platteland. Hij giechelt veel, inderdaad. Hij heeft een hoge, tere stem, klopt ook. Maar Johan weet prima wat hij met Twarres wil, en dat regelt hij op zijn

eigen manier. Met Mirjam. De boekhouding en al het andere organisatiewerk doen haar moeder en broer, die ook in Wergea wonen. Voor de nieuwe theatertournee hebben ze de hulp ingeroepen van dorpsgenoot Jos Thie, de regisseur van Tryater.

,,As it mei Twarres ophâldt, soe ik wolris it toaniel op wolle, of yn in film spylje. It allerleafste soe ik in musical dwaan", klinkt het zelfverzekerd. ,,Ja, ik wit seker dat ik dat ek kin."

Voorlopig richt hij zich eerst met zijn vriendin op de promotie van 'CD2', de theatertournee en daarna een derde cd. Samen. Juist doordat ze met zijn tweeen opereren, verliezen ze zich niet in de roem. Als Johan het hoog in de bol krijgt, trekt Mirjam hem weer naar beneden, en andersom. ,,En wy bliuwe nochtere Friezen fansels." In de Randstad ervaren ze dat als stug, merkt Johan. Daar overdrijven ze volgens hem te veel. Van die 'kijk-mij-praatjes', daar houdt hij niet van.

,,Rin no net sa hurd", roept zijn moeder wel eens, als ze even gezellig winkelen in Leeuwarden. Hij heeft het zichzelf aangeleerd om snel te lopen. Om mensen zo min mogelijk de kans te geven hem aan te spreken. Hij heeft het ook wel eens met een pet en een grote zonnebril geprobeerd. Tevergeefs, hij viel alleen maar meer op.

Hij was een keer een zwembroek aan het passen. ,,Mei myn suffe kop hie ik ek noch in bernemaatsje meinaam." Toen hij het gordijn van het pashok weer openschoof, stonden vijf vrouwen hem pontificaal op te wachten. ,,Shit, wat is dit no wer", dacht hij. Blozend: ,,Gelokkich hie ik dat broekje net mear oan."

Vorig weekeinde betrok Johan een eigen huis in Wergea. Zijn vader en broer knapten het negentiende-eeuwse pandje op. Mirjam heeft ook net een huis gekocht, aan de andere kant van het water. Een minuut lopen, en ze zitten bij elkaar op de bank.

(bron Leeuwarder Courant zaterdag 7 december 2002)